vrijdag 16 april 2010

ha! : gedachten er over & omheen

Dag Francois,

een paar losse gedachten ...

*

Ik ervaar je filosofieen en dan met name het volgen van je filosofieen ( die steeds actief in mij ook gewoond hebben ) als het opengooien van iets. Al is gooien een te sterk woord.
Een beeld ... een metafoor komt in me op :
alsof er bergen in ons wonen, landschappen, continenten, aardverschuivingen, grond om op te staan. Door stapje voor stapje het ha! te volgen, die momenten van 'relief' van opluchting waarop je denk : ja ha! Dat is het! - denk ik dat je als mens meer en meer de bovenste lagen van je belevingswereld opzij kunt schuiven.
Alsof het grondpatroon, de tekening die in je woont ( het landschap, de continenten ) daardoor zichtbaar wordt. Aan de oppervlakte komt te liggen.
*
Mijn ervaring is dat mensen stimuleren om ha! te ervaren, en bewust te uiten, ook soms overreacties teweeg brengt. Het kan sterke gevoelens van angst of afwijzing oproepen.
*
Wat jij mij vertelde over je ha! moment op je 24° levensjaar fascineert me. Het blijft me bij, hoe je vanbinnen uit iets ervaren hebt dat de culturele en sociale normen van je omgeving opengetrokken heeft. Spijtig, en pijnlijk ook om te observeren hoe een omgeving daar vervolgens veroordelend op kan reageren.
We kunnen heel erg hard zijn als mens ... zowel voor onszelf als voor elkaar.
*
Toch denk ik, en geloof ik, dat onze wereld pioniers nodig heeft.
Mensen die durven het innerlijke landschap dat in hen woont open te gooien, beetje bij beetje, want net zoals je niet gelijk de diepste kelders van je ziel verkennen kan, kan je ook geen kind dat nog maar net heeft leren zwemmen, in het diepe water 'gooien'.
*
Dit zijn wat spontane gedachten.
( misschien vraag je je af waarom ik je zo veel schrijf :-) Het bouwt naadloos verder op het werk waar ik mee bezig was. Een puzzel is zich aan het ontvouwen ! Sounds crazy doesn't it? :-)

donderdag 15 april 2010

a child's creativity

http://www.youtube.com/watch?v=H_hGQuTjI3U

William Wordsworth ( poet )

from : ode ( Intimations of Immortality from Recollections of Early Childhood. )

"Thanks to the human heart by which we live,
Thanks to its tenderness, its joys, and fears,
To me the meanest flower that blows can give
Thoughts that do often lie to deep for tears."

jouw klanken.

als deze blogspot geen schrijven was
maar een muziekstuk dat we samen speelden

dan zou ik nu heel stil zijn

en

wachten op jouw klanken.

Winterlied, passeer me - een improvisatie

woorden als gedachten rijgen zich aanéén woorden worden woorden worden wij wij wij zoeken woorden en wij wij vinden maar de wind de wind stroomt door de stilte heen stil kind stil ssssjt x

net als de toetsen zomaar zoeken

ssssjtt

en woorden rijgen zich aanéén

de ademruimte

toen.

viel elke noot als een verstilde vorm van regendruppels naar beneden

zij zij staat daar stilte om haar heen en sneeuw
ze steekt haar tong uit proeft proeft van de wind de sneeuw
en vraagt

mijn kind hoe lang zullen wij deze sneeuw nog horen

tot we groot zijn !

tot we groot zijn !

si la sol re

en vorm zoekt leegte
skeppingsdrang mijn wegspringplek en wilgerboom jij man jij heel veel van dat

ssssssjjjjt

en zij en hij wij ook
mijn winterlied

en elke noot.
viel als.
een
verstille vorm
van regendruppels

naar beneden

gedaan met die gedachten van het streven
gedaan daar me die gedachten van het zoeken

wit zwart de toetsen daar jij
wit zwart de toetsen daar jij
chanson d'hiver

en elke noot voert mee op vleugels van de wind mijn kind
ja elke noot

en woorden willen soms terug maar elk woord ook weer verder hoor je
hoor je
elk woord hier en nu
daar daar als de wind
verleden waait daar door me heen en ik bereik jou jij die reeds in mij bent si la sol re de linker en de rechterhersenhelft op zoek geen zoek zoekte

si la sol re maar zomaar
woorden net als klanken die wanneer de ene klank gedaan is de andere dan in zich draagt en zomaar is zacht ja zomaar is heel lief de wind mijn kind

en soms twee woorden bij elkaar zijn vormen iets. of niets.
de woorden tijd om de woorden ook te laten waaien net als klanken tijd om niet altijd tijd te willen tijd om tijd tijd te geven aan het niet oorzakelijke maar het zomaar

en zij zij staat daar in de sneeuw en zij zij vindt daar in de sneeuw dat wat ze hoort dat wat niet is dat wat de sterren bijéén kan houden
kleine tomas heel liefd kindje kleine tomas

schoenen om haar heen veel schoenen rood groen geel en blauw en bergen heel veel bergen drie realiteiten steeds terzelfdertijd als alles ja alles alles WAw!
jij daar jij jij man jij heel veel van dat alles fluit fluit

fluit whistle like the wind passeer me
fluit whistle like the wind doe mij vergeten
fluit whistle like the wind geef mij die woorden die mij geven geef mij die taal van stilte

geef mij die taal van stilte, godenkind geef mij geen zij geen hij geef mij die klank van verte die klank van zoekte vindte. ja jij begrijp passeer me wandel waai streel omarm omhels de wind mijn kind en mij jij

laat bergen in mij leven
ga op mijn ijsschots staan

laat bergen in mij leven
x

spontaneiteit gedachte n° 4

Ik geloof dat spontaneïteit ons thuis brengt.
Op wegen waar we willen zijn.
Gisteren komt Chelsea ( the Queen of Headshaking, het meisje dat boven de boekwinkel woont, zie eerder berichtje ! ) rond 15 u 's middags haastig naar me toe.
Ik lees een mix van paniek en vreugde in haar ogen.
'Joke!' zegt ze 'Mijn mama en ik zitten echt in de problemen! Alles loop verkeerd met haar kanker en haar chemokuren. Kan jij van dinsdag tot zaterdag bij ons blijven slapen en ons helpen?'
Ik kijk haar aan. Heb zin om haar vast te nemen.
Heel even is het stil.
'Je woont dan vlak boven het werk. Dat is heel dichtbij.'
Ik glimlach, vertederd.
Je moet weten, ik woon namelijk op 5 minuutjes fietsen van de winkel, dus haar argument is relatief ...
'Van dinsdag tot zaterdag?' herhaal ik zachtjes.
'ja' zegt zij.
'Ja' zeg ik.
'Echt?' vraagt ze me.
'natuurlijk' zeg ik haar. 'Graag.'
ik denk na.
Mijn gedachtes gaan heel snel.
Ik heb net 'ja' gezegd.
Oké ... kan ik in dit besluit mijn eigen ruimte vinden? Kan ik al mijn verantwoordelijkheden verder opnemen?
een kat? vraag ik me af. Neen, die heb ik niet. Een man in huis? Ook niet. Kinderen? neen.
Alleen mijn piano. Die kan ik niet zo lang missen. Mijn levengevend zuurstof!
'Het enige' zeg ik haar 'is mijn piano. Maar daar vinden we een oplossing voor. Ik kan bijvoorbeeld elke ochtend even naar mijn huis fietsen wanneer jij naar school gegaan bent en de winkel nog niet open is.'
Haar ogen lichten op.
'Maar wij hebben een piano boven!'
'Oh' zeg ik. 'perfect.'
'Kom met me mee naar boven!' zegt ze. 'Nu!'
'Chelsea, dat gaat niet'
'Waarom niet?'
'Ik zit alleen aan mijn balie. Er komen straks klanten naar me toe.'
Verlegen kijkt ze naar de grond.
'Straks' zeg ik 'om 18 u. Wanneer de winkel sluit, kom ik naar jou.'
'oké' zegt ze 'tot gauw.'
'tot gauw.'
En Chelsea, the Queen of Headshaking gaat naar haar mama.
*
's Avonds bel ik aan. Ik ga naast de zieke mama in de zetel zitten.
We bespreken de planning.
Ik vul de avonden in op haar kalender waarop ik wat gepland heb. Het zijn voornamelijk toneelvoorstellingen die ik wou gaan zien. Werk van mentaal gehandicapte kinderen. Ik vraag of Chelsea met me mee mag gaan.
Dat mag.
Ik krijg een gepassioneerde uitleg over de werking van de digitale televisie. Ik heb zelf een t.v. maar geen aansluiting, dus dit is nieuw voor mij.
We bespreken de boodschappen, ik geef aan dat ik graag vers wil koken voor Chelsea, zoals ik altijd ook voor mezelf doe. De vrouw vertelt me dat ze geld in een envelopje zal leggen, zegt me waar ze het zal leggen.
Ze beschrijft de stress die ze net gehad heeft. Een man die beloofd had Chelsea op te vangen, zegt op het laatste nippertje af, per sms.
'En dan' vertelt ze me met grote ogen 'Chelsea en ik waren in paniek. Chelsea zei : ik ben iedereen tot last! Ik spring uit het raam!' dacht ik aan jou' vertelt de vrouw.
'een ingeving!' zegt ze 'zomaar, spontaan. Ik weet niet waar het van kwam, maar ik wist dat jij en chelsea het goed kunnen vinden met elkaar, dus ik zei : Chelsea, waarom niet Joke? We kunnen het maar vragen! En' vertelt ze 'Chelsea's gezichtje klaarde gelijk helemaal op ... Zo spontaan' zei ze 'ik weet ook niet waar het vandaag komt.'
Wanneer ze me dit vertelt, en ik de vreugde in haar ogen zie, denk ik aan jouw filosofieën. Het ha! Ik zie voor mijn ogen gebeuren wat het ha! met een mens kan doen. Het zet continenten in beweging. Doet de aarde schuiven. Haalt de kracht in ons naar boven.
*
De vrouw begint te huilen.
'Tranen van opluchting' zegt ze. 'ik had nooit gedacht dat dit zou kunnen gebeuren.'
Ik glimlach.
We praten over de piano. Ik vraag hem welke klanken hij produceert.
'Warm' zegt zij.
Met haar handen speelt ze haar eigen spelen na.
Ik observeer de bewegingen die ze maakt.
Zij vertelt dat André Rieu ( ken je hem? ) er nog op gespeeld heeft.
Ik beslis om verder door te vragen. De muziek geeft haar leven, dat voel ik.
Ze vertelt me over haar klarinet, hoe dat voelde om die tussen haar lippen te houden, er op te blazen.
'Nu gaat het blazen moeilijk' zegt ze. 'met maar één long.'
'Maar misschien zijn de klanken nu dieper.' zeg ik haar. 'Omdat het verlangen nu zo sterk geworden is.'
'Ja' zegt ze me. 'ja ... dat klopt.'
haar stem klinkt ver, vol heimwee, als een warme lentewind die voor het eerst weer op het strand waait en ons er aan herinnert hoe fijn de zomer kan zijn.
Ik vertel haar over jouw werk. Ik beschrijf hoe leuk ik het vond om met jou te improviseren.
'Ik was net als een kind' zeg ik 'dat zijn plastic bandjes afwerpt en in het zwembad springt.'
Ik beschrijf haar hoe jij mijn trage noten volgde. Hoe je antwoordde op mijn stilte. Hoe er iemand uit het publiek ( ik weet niet wie ) moest lachen. Hoe ik jou stuurde, en ontving.
'Ja' zegt ze me 'improviseren is echt heerlijk.'
Ze beschrijft me een avond waarop ze geimproviseerd heeft, na een feestje, met haar pianoleerkracht. Haar ogen stralen, opnieuw.
Daarna laat ze mij de blaren op haar onderbenen zien. Haar benen worden zo heet van al die chemo ...

Het is een tijdje stil.
Realiteit die vraagt om zwijgen.
Ze opent daarna opnieuw ons gesprek, gaat verder in op haar piano, zegt me dat het zo duur is om hem te laten stemmen. Ik vertel dat ik bevriend ben met iemand die dat doet, en noem zijn richtprijs.
'oh' zegt ze 'dat valt best mee.'
*
Chelsea komt erbij zitten en opent de postkaartjes die ze voor haar verjaardag heeft gekregen.
Ik doe mijn jas aan, neem afscheid, laat jouw cd ( die in mijn discman zat ) bij haar achter.
'maar!' zeg ik er stelling bij 'ik wil hem wel morgen terug! want langer kan ik hem niet missen!'
'is goed' zegt ze.
Chelsea doet me uitgeleide.
Boven aan de traphal zegt ze me : ik kan niet wachten tot het dinsdag is.
'Twee kleuren' denk ik 'in één geheel. Haar mama gaat binnen voor de, zoveelste chemo, en Chelsea kan, deels natuurlijk slechts, niet wachten tot het zover is.
Veelkleurigheid, net als het leven zelf!
'We gaan ook eens zwemmen' zeg ik haar.
'Een subtropisch zwembad? Joepie!'
'neen' zeg ik haar
'Baantjes?' vraagt ze met een pruillip.
'Ja' zeg ik. 'zeker!'
*
Op weg naar huis denk ik aan hoe de vrouw mij haar spontane ingeving, 'ha!', beschreef, aan het vuur dat daarbij uit haar ogen sprak.
En de klanken van de niet gestemde piano waar ik heel even op gespeeld heb, zinderen in me na.
misschien leeft ze niet lang meer, misschien ook wel.
Misschien stemt ze haar piano, misschien ook niet.
Maar ...
maar ...
( geen andere woorden meer dan dat. )

De man, zijn leren pet, zijn hond.

Deze ochtend fiets ik, voor het werk, nog even langs het Zuid. ( Ik houd van de architectuur daar. De huizen doen me heel veel deugd. )

Ik kom een man tegen, een kennis van me, jouw leeftijd.
Hij draagt een leren pet, dat droeg hij vroeg nooit, en heeft een hond.
Dat had hij vroeger nooit.

Ik zwaai naar hem.
Hij zwaait verlegen terug.

Wanneer ik van hem wegrijd, denk ik : hij is vergeten dat hij berg, en zee, en wind is.
Of hij weet het, maar slechts een heel klein beetje.

Ik weet niet precies waar de gedachte vandaan komt.
Het is een intuitie ...

De man woont alleen. Wil samen wonen, maar gelooft niet dat het kan.
Hij heeft geen werk. Wil werk. Maar gelooft niet ... dat het kan.

Of misschien ...
ja ...
misschien zijn onze bergen, mijn berg en die van hem, zo van elkaar verschillend, dat ze voor altijd voor elkaar verborgen zullen blijven.

Zou dat kunnen denk je?

Dat er andere gebergtes in ons wonen?

liefs
x